Historische gegevens omtrent Hindrik Lohman
"Anno 1702 den 5 april
is mijn lieve man met het regiment van hier gegaen naar Deventer en van daar na
Nimwegen en is op den 28 augustus door een droeve zieckte het bedde blijven
houden, de tijd van veertien dagen en is des nachts tussen maandag en dinsdag
zijnde den 12 September in den Heere gerust, en des Donderdags daer an des s’avonds
tot Nimwegen in de grote Kercke in de kelder tot zijn eeuwge rustplaats gebracht". Hindrik
Lohman, stammend uit een Groninger
regenten geslacht dat zijn oorsprong vindt in Neuhaus, graafschap Bentheim,
werd geboren op 2 december 1673 te Groningen, als één van de acht kinderen van
Meinhard Lohman (1638-1698) en Op 25 maart 1694 trouwt Hindrik Lohman te Haren met Elsabetha Tammen (1671-1749), dochter van Johan Tammen (1627-1681) en Hillena Hulten (1632-1688) en zij gaan wonen aan de Vischmarkt te Groningen, dit huis is tot 1847 in familiebezit geweest.
Uit het huwelijk van Hindrik Lohman en Elsabetha Tammen zijn vijf kinderen geboren. Hindrik Lohman schrijft in de familiekroniek: "Anno
1696 is mijn lieve vrouw Elsabetha Tammen, op den 28 februari des vrijdags
na de middaegs, verlost van een jonge doghter, dogh het lieve schaapje voorts
gestorven en des maendaegs daer aen in de Martini Kercke in de Kelder op het
Choor tot zijn rustplaetse gebraght".
"Den 17 juni 1701 omtrent één uur is ons lieve Heleentje na een Sieckte van seste Half Dagh gerust en in de Martini Kercke in de Kelder op het koor tot sijn rustplaetse gebraght." Jan
Lohman trouwt op 2 april 1725 met Etta
Margaretha Bothenius (1702-1729) en na haar overlijden, in 1732 met haar zuster Ida
Elisabeth Bothenius (1707-1756).
In maart 1702 overlijdt Stadhouder Willem III en in mei van dat jaar breekt een nieuwe oorlog uit met Frankrijk (de Spaanse Successieoorlog). Hindrik Lohman is dan al in april met zijn regiment naar Nijmegen vertrokken. Waardoor Hindrik Lohman ziek is geworden en waaraan hij is gestorven is onbekend, doch wel weten we dat er in 1702 een grote dysenterie-epidemie (rode loop) heerste in de Zuidelijke Nederlanden waaraan veel mensen zijn bezweken. Volgens de familiekroniek is Hindrik Lohman begraven in de kelder in de Grote of St. Stevenskerk te Nijmegen. Bij
onderzoek zowel in het archief te Nijmegen als bij de Grote of St. Stevenskerk
zelf komt nergens de naam Hindrik Lohman voor. Ten
tijde van het overlijden van Hindrik Lohman is er een rouwbericht met treurzang
gemaakt door L. Gockinga en gedrukt bij Johannes Lens te Groningen. Hindrik Lohman is in Nijmegen gestorven en begraven. Het ligt voor de hand dat de predikant van de Grote of St. Stevenskerk, Ds. Gerardus Puppius Hondius, de uitvaart daar heeft geleid. Deze was hier predikant tot 8 december 1702.
Elsabetha Lohman zal niet in Nijmegen bij de uitvaart aanwezig zijn geweest, daar er tussen het overlijden en de begrafenis van Hindrik Lohman slechts twee dagen zitten en het reizen in die dagen zeer moeizaam is, daar komt nog bij dat zij hoog zwanger is van een zoon, die later de naam Hendrik Lohman zal krijgen. Vermoedelijk is er na het bericht van overlijden van Hindrik Lohman een rouwdienst gehouden waarvoor deze treurzang gemaakt is. Tevens treffen we op dit rouwbericht een grafschrift aan, bestemd voor de grafsteen: soldaten
wellust stierv´, ´t lot knipt syn draden af;
In Nijmegen noch in Groningen hebben we dit grafschrift kunnen ontdekken. Ook niet met behulp van het boek Groninger Gedenkwaardigheden van A.Pathuis, waarin nagenoeg alle graven en grafschriften in Groningen en Ommelanden worden besproken.
Meyndert Lohman (1697-1765), de oudste zoon van Hindrik Lohman, erft van Gerhardina Lohman (1681-1748), een zuster van zijn vader en weduwe van Onno Berent Gruys (1675-1740), het Huis te Lellens, een borg uit de 16e eeuw en wordt hierdoor Heer van Lellens in 1744. Zijn zoon Wytzius Hindrik Lohman (1734-1810) erft het huis en de titel Heer van Lellens, maar verkoopt de borg in 1771 aan Lucas Hammink.
In
het Groninger Archief bevindt zich het archief van de familie De
Savornin Lohman. Van alle documenten
blijken de zegels te zijn afgeknipt.
Dit portret, olieverf op doek met de afmeting 72 bij 54cm, waarvan de schilder onbekend is, is eigendom van het Instituut Collectie Nederland te Rijswijk / Amsterdam (C2055). In
het Iconografisch Bureau te 's-Gravenhage bevindt zich een glasnegatief van dit
portret
Bronvermelding:
|